Sociale verkiezingen in de openbare sector: “Geen probleem met democratisch gehalte”
In De Morgen van vandaag stellen Vincent Van Quickenborne en Egbert Lachaert (Open VLD) zich vragen bij wat zij het ontbreken aan sociale verkiezingen bij de overheid en overheidsbedrijven noemen. Ze maken zelfs gewag van een ‘quasi monopolie’ van de representatieve vakbonden. “Een typische reactie van politici die om de vier jaar het spook van de sociale verkiezingen aangrijpen om de belangrijke rol in te perken die vakbonden spelen in de verdediging van werknemers”, meent Chris Reniers, voorzitter van de ACOD.
Welke represenativiteit?
“Zoals steeds wordt het debat over de vertegenwoordiging van werknemers door vakbonden niet met een open vizier gevoerd. En de vakbonden van de openbare sector liggen dan steeds, onterecht, nog meer in de vuurlinie”, gaat Reniers verder. Van Quickenborne en Lachaert stellen zich vragen bij de representativiteit van de erkende vakbonden in de openbare sector en pleiten voor het verlagen van die drempel. Reniers vraagt zich af hoe laag die drempel dan wel moet zijn: “Nu moet je als vakbond bij de overheid minstens 10% van het personeel vertegenwoordigen om erkend te worden. Moet die drempel dalen naar 5%? Of naar 3%? Hoe kan je je dan nog representatief noemen?”
Duurzame democratie
Ook aan het democratisch gehalte van de vakbondsvertegenwoordiging in de openbare sector schort er volgens Reniers niets. Om de 6 jaar wordt er in de openbare sector een telling gedaan van het aantal leden per erkende vakbond. Op basis daarvan worden de mandaten verdeeld, die dan de syndicale machtsverhouding weerspiegelen. Dit heeft volgens Reniers nog een bijkomend voordeel ten opzicht van de klassieke sociale of politieke verkiezingen die volledig open zijn: “Je moet gedurende 6 jaar hard werken om je leden te behouden. Intensief campagne voeren om enkel te pieken vlak voor de verkiezingen heeft geen zin.”
Verantwoording vereist
Tot slot wijst Reniers erop dat de vakbondsvertegenwoordigers van het personeel in de openbare sector wel degelijk verantwoording moet afleggen aan de basis. “Om de vier jaar organiseren wij vanop het laatste tot het hoogste niveau van onze vakbond congressen waarop onze afgevaardigden door hun achterban verkozen worden. Wie zijn werk niet goed doet kan dus perfect wegstemd worden, net zoals wie goed werk levert beloond wordt met een nieuw mandaat.” Overigens zijn die verkiezingen volgens Reniers bijzonder open: “Zelfs wie nog maar een maand lid is van de ACOD kan zich kandidaat stellen voor het mandaat van voorzitter. Al moet die dan wel voldoende steun vergaren bij de leden uiteraard.”
Perscontact: Chris Reniers – voorzitter ACOD