Ledenvergadering levensbeschouwelijke vakken: de strijd gaat voort
De Vlaamse regeringsverklaring 2024-2029 stelt onder meer dat de levensbeschouwelijke vakken – om organisatorische redenen – in het basis- en secundair onderwijs zullen vervangen worden door het eenheidsvak Interlevensbeschouwelijke Dialoog.
Op 5 november organiseerde ACOD Onderwijs een vergadering voor de leden die levensbeschouwelijke vakken geven. Ongeveer 250 leden zakten af naar Brussel. In het eerste, informatieve deel van de vergadering schetste algemeen secretaris Nancy Libert de context. Je kan de beelden van dit deel bekijken op ons Youtubekanaal (www.youtube.com/@acodonderwijs6265). In het tweede, consulterende deel kwamen de leden aan het woord. We geven hier een bloemlezing uit hun vragen en opmerkingen.
‘Organisatorische redenen’?
Wat bedoelt men met de term ‘organisatorische redenen’. Men verwijst hiermee niet naar een tekort aan leerkrachten levensbeschouwelijke vakken, maar naar de problemen die directies en besturen hebben met het opstellen van lessenroosters voor de levensbeschouwelijke vakken.
Dit werd vanuit de zaal afgedaan als een drogreden. In het stedelijk onderwijs van Antwerpen slaagt men erin om op anderhalve dag de roosters van de levensbeschouwelijke vakken te leggen voor tientallen scholen, terwijl men in sommige scholengemeenschappen met slechts drie of vier scholen daar niet in slaagt. De verklaring? In het ene geval dragen de directeurs hun bevoegdheid over aan een of twee collega’s, in het andere geval slaagt men er niet in overeen te komen.
Een ander lid stelde dat het voorstel om de levensbeschouwelijke vakken te vervangen door Interlevensbeschouwelijke Dialoog ingefluisterd is door een lobby van directeurs. Nu worden de leerkrachten levensbeschouwelijke vakken voorgedragen door de inspectie, wat de autonomie van de directeur kortwiekt. Voor het vak Interlevensbeschouwelijke Dialoog zijn enkel voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen vastgelegd, wat de keuzevrijheid van de directeur en/of het bestuur erg ruim maakt.
Interlevensbeschouwelijke dialoog of monoloog?
Is een interlevensbeschouwelijke dialoog mogelijk tussen leerlingen die hun eigen levensbeschouwing niet kennen? In het GO! krijgen de leerlingen van de derde graad secundair onderwijs een uur niet-confessionele zedenleer of godsdienst en een uur interlevensbeschouwelijke competenties. Dit werkt goed, ook omdat de leerlingen hun eigen levensbeschouwing beheersen.
Als we deze basis wegnemen, krijgen we geen dialoog maar een monoloog.
In de meeste scholen werken de leerkrachten levensbeschouwelijke vakken overigens goed samen. Wie de levensbeschouwelijke vakken ziet als element van polarisatie of segregatie, vergist zich of erger.
We kunnen dit ook bekijken vanuit het standpunt van de leerkracht. Wie heeft voldoende kennis van al deze levensbeschouwingen om een zinvolle interlevensbeschouwelijke dialoog mogelijk te maken?
Leerkracht levensbeschouwelijke vakken als brugfiguur
De leerkrachten levensbeschouwelijke vakken zijn vaak een brugfiguur tussen de school en de ouders. Ze kennen de thuissituatie van de leerlingen, ze lossen hun problemen op, ze zijn een vertrouwenspersoon en ze bemiddelen bij conflicten, ook al zijn ze in de ogen van sommige collega’s en directies ‘overbodig’.
Dam tegen polarisatie en segregatie
Een bevraging van de KULeuven onder moslimouders wijst uit dat 90 procent voor het behoud van de levensbeschouwelijke vakken is. Het afschaffen hiervan zou kunnen leiden tot het oprichten van islamscholen, wat pas echt tot segregatie zou leiden.
Bovendien kunnen leerlingen met hun levens- en identiteitsvragen terecht bij de leerkracht van hun levensbeschouwing. Is het dan beter dat ze op TikTok of op een of ander forum polariserende antwoorden vinden op hun vragen?
Quid hoofddoek?
Enkele vrouwelijke leerkrachten islamitische godsdienst met hoofddoek vragen wat hun toekomst in het onderwijs zal zijn wanneer ze geen islamitische godsdienst maar een ander vak zullen moeten/mogen geven? Zal dat mogelijk zijn met hoofddoek?
Actiebereidheid
Ten slotte werd ook naar de actiebereidheid gepeild. Uiteraard was die zeer groot bij de leerkrachten levensbeschouwelijke vakken, maar we rekenen ook op de ouders, leerlingen én de collega’s die geen levensbeschouwelijk vak geven.
Wordt vervolgd.
nancy.libert@acod.be, jeanluc.barbery@acod.be