In principe mogen de wettelijke verlofdagen niet worden overgedragen naar een volgend vakantiejaar. Alle vakantiedagen waarop een werknemer recht heeft, moeten in het lopende vakantiejaar worden opgenomen. Lukt dat toch niet, dan worden de niet-opgenomen wettelijke verlofdagen eind december uitbetaald.

Als basisregel blijft dit bestaan, maar vanaf 2024 voorziet de wetgeving een belangrijke afwijking. Personeelsleden die niet al hun wettelijke verlofdagen kunnen opnemen, kunnen deze onder bepaalde voorwaarden maximaal 24 maanden overdragen.

De onmogelijkheid om het wettelijk verlof op te nemen is het gevolg van een situatie waarover het personeelslid én de werkgever geen controle hebben. Onderstaande afwezigheden geven recht op overdracht van wettelijk verlof:

- Arbeidsongeval/ beroepsziekte
- Ongeval buiten dienst/ gewone ziekte
- Bevallingsverlof
- Profylactisch verlof
- Geboorteverlof
- Adoptieverlof
- Verlof voor pleegzorg
- Ouderschapsverlof

Opgelet: alle andere verloftypes die niet zijn opgenomen in bovenstaande lijst, geven geen recht op overdracht van wettelijk verlof.

Vakantiegeld in kader van de overdracht van wettelijk verlof.

De personeelsleden ontvangen hun vakantiegeld voor de wettelijke verlofdagen die worden overgedragen. De betaling vindt ten laatste plaats met de wedde van januari van het volgende jaar. De dagen overdracht wettelijk verlof worden opgenomen in een aparte teller. Deze overgedragen verlofdagen zijn dan onbezoldigde verlofdagen omdat bpost je reeds heeft betaald. Het opnemen van deze overgedragen verlofdagen heeft geen invloed op het toe te kennen aantal verlofdagen het volgende kalender jaar.

Marianne Peeters