Omgevingsanalyse Onderwijs en Vorming

 


De Vlaamse onderwijsadministratie maakt traditioneel bij iedere legislatuurwissel een analyse van de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen die op ons afkomen en waarmee we dus best rekening houden wanneer we het toekomstig onderwijsbeleid vormgeven. De nieuwe Omgevingsanalyse van Onderwijs en Vorming 2024-2029 bevat een schat aan informatie. De analyse is ingedeeld in twaalf hoofdstukken. Vooral hoofdstuk 5 ‘Ontwikkelingen op het vlak van leerkrachten’ en hoofdstuk 6 ‘Ontwikkeling op het vlak van schoolleiders’ dragen onze aandacht weg. Wat zijn de belangrijkste bevindingen met betrekking tot de ontwikkelingen op het vlak van leerkrachten?

 

De gemiddelde leerkracht in Vlaanderen is vrouwelijk, relatief jong en voltijds aan het werk in één school

 

Uit het rapport

De Vlaamse leerkrachtenpopulatie is relatief jong, maar onder meer door de afschaffing van de eindeloopbaanregelingen neemt de groep leerkrachten van 60 jaar en ouder toe. Vlaamse leerkrachten zijn net als hun internationale collega’s overwegend vrouwelijk (BaO 87 procent en SO 64 procent).

Alhoewel de meerderheid van de Vlaamse leerkrachten voltijds werkt en tewerkgesteld is in één school, is het aandeel deeltijds werkende leerkrachten relatief hoog in vergelijking met andere landen en sectoren.

Leerkrachten wonen dichter bij hun werkplek dan de gemiddelde werknemer.

De leerkrachtenpopulatie is weinig divers inzake land van herkomst. Er is weliswaar een toename, maar in 2019 had slechts 6,4 procent van de leerkrachten in het basis- en secundair onderwijs een buitenlandse herkomst, terwijl de groep kinderen tot 17 jaar met een buitenlandse herkomst 36,8 procent van de bevolking uitmaakte.

Vlaamse leerkrachten hebben een hoger salaris dan het OESO-gemiddelde, maar in vergelijking met andere werknemers met een diploma hoger onderwijs verdienen de leerkrachten basis en secundair onderwijs respectievelijk 84 procent (BaO), 85 procent (SO 1ste graad) en 101 procent (SO 2de en 3de graad).

Reactie ACOD Onderwijs

Doordat de federale regering de pensionleeftijd heeft opgetrokken en de pensioenvoorwaarden heeft verstrengd, zijn de personeelsleden verplicht om na hun 60 aan het werk te blijven. Voor ACOD Onderwijs is lesgeven een zwaar beroep en is de leeftijd van 60 een mooie leeftijd om op pensioen te gaan.

Laat ons niet vergeten dat de maatregelen om vroegtijdig uit te stappen zijn afgeschaft. In de ‘goede oude tijd’ kon je op 55 jaar met TBS gaan. Later is die leeftijd opgetrokken tot 58 en daarna is het systeem gewoon afgeschaft, behalve voor de kleuteronderwijzers.

De pensioenleeftijd heeft men wel opgetrokken, maar de maatregelen die ervoor zorgen dat we onze job op een menswaardige manier kunnen blijven uitvoeren, is men vergeten.

Heel wat leerkrachten werken deeltijds om hun job nog naar behoren te kunnen uitvoeren. Veel leerkrachten zijn bereid om bijvoorbeeld vier-vijfde te werken en dus 20 procent van hun salaris in te leveren om werk en privé nog enigszins in evenwicht te kunnen houden.

Wat de diversiteit in het lerarencorps aangaat, is er nog wel wat werk aan de winkel. De vraag die we ons allen moeten stellen is waarom mensen met een migratieachtergrond niet voor het lerarenambt kiezen? Wat zijn de drempels? Heel vlug komt men dan met de reden van het dragen van de hoofddoek, maar in de onderwijskoepels waar leerkrachten wel een hoofddoek mogen dragen, kampt men ook met een lerarentekort en is er ook weinig of geen diversiteit in het leerkrachtenteam. Dat zal dus niet de (enige) verklaring zijn.

Als we kijken naar het verschil tussen de verloning van de gemiddelde leerkracht met een diploma hoger onderwijs en de gemiddelde werknemer in de privésector, dan zien we waarom heel wat jonge mensen met een lerarendiploma het onderwijs links laten liggen.

Als wij vragen om de salarissen op te trekken, krijgen we heel wat kritiek van buitenaf, maar deze cijfers bewijzen dat wij gelijk hebben. Wil men in tijden van krapte op de arbeidsmarkt concurreren met andere sectoren, dan moet men iets doen aan het salaris van de leerkrachten.

 

Leerkrachten werken gemiddeld meer dan 38 uur tijdens een werkweek

 

Uit het rapport

Een voltijds werkende leerkracht lager onderwijs in Vlaanderen heeft een gemiddelde werkweek van 44,6 klokuren. Een voltijds werkende leerkracht in de 1ste graad secundair onderwijs heeft een gemiddelde werkweek van 39,7 klokuren. Het significante verschil in het aantal werkuren tussen het lager en secundair onderwijs is voor een groot deel toe te schrijven aan het hoger aantal uren dat in het lager onderwijs naar lesgeven gaat.

De tijd die Vlaamse leerkrachten aan administratieve taken besteden, neemt gemiddeld 2,5 uur in beslag. Het Vlaamse tijdsbestedingsonderzoek klokte hier af op 3,2 uur.

In de PISA top 6-landen ligt het aantal uren dat leerkrachten wekelijks gemiddeld aan administratieve taken besteden op 3,3 uur, in de aan TALIS deelnemende landen is dat 2,4 uur. Vlaamse leerkrachten spenderen dus ongeveer evenveel tijd aan administratieve taken als hun internationale collega’s, al rapporteren ze wel een hogere mate van stress door een teveel aan administratie.

Reactie ACOD Onderwijs

Het tijdsbestedingsonderzoek dat destijds besteld werd door minister Crevits, toonde aan hoe hard gewerkt wordt in het onderwijs. Jammer genoeg heeft haar opvolger hiermee niets gedaan en is dit onderzoek waarschijnlijk in de onderste schuif, onder de kast, in een verkeerde kast beland – wie zal het zeggen?

In deze omgevingsanalyse wordt ook duidelijk aangetoond dat er wel degelijk een correlatie is tussen het aantal lesuren en het aantal werkuren: de 24 lestijden in het BaO beantwoorden aan een werkweek van 44,6 klokuren, de 22 lesuren van de 1ste graad SO aan 39,7 klokuren. In het kader van het lerarentekort hoorden we wel eens vaker zeggen: “Kunnen ze nu allen niet één uurtje meer lesgeven? Dan is het tekort opgelost.” Meestal werd er smalend aan toegevoegd dat het maar om uren van 50 minuten gaat. Wie dit verkondigt, kent niets van de job van leerkracht. Voor een uur lesgeven hebt je minstens één uur voorbereiding nodig en in de meeste gevallen ook nog nazorg.

Sommigen stelden dan voor om de voorbereidingen en het verbeterwerk aan anderen te geven. Wie in het onderwijs staat, weet dat dit geen oplossing is. De kerntaak van een lesgever is lessen voorbereiden, lessen geven en werken aan feedback en verbeterwerk, punt andere lijn. Zo komen we bij de kern van het probleem: laat iedereen terug zijn kerntaak uitoefenen en schrap alle ‘randanimatie’.

Kijk welke taken vandaag allemaal worden uitgevoerd door een leerkracht. Vinden de maatschappij deze allemaal belangrijke taken, omdat we op die manier alle kinderen bereiken, dan is dit prima voor ons. Het betekent evenwel dat we zullen moeten kijken welke taken we bij de leerkracht leggen en voor welke taken we andere mensen in het onderwijs nodig hebben. Enkel op die manier kan de taak van de leerkracht worden teruggebracht naar de kerntaak en kunnen we privé en werk weer wat in evenwicht krijgen.

 

De werkbaarheid van de job staat onder druk

 

Uit het rapport

Leerkrachten zijn relatief tevreden over hun job. Ze doen het graag en halen er plezier en voldoening uit. De werkbaarheid staat echter onder druk, onder meer door werkstressklachten en burn-outsymptomen. Terwijl de werkbaarheidsgraad in de onderwijssector in 2007 de 60 procent benaderde, laten de metingen sindsdien een systematische daling zien naar 45,7 procent in 2019. De daling is scherper dan die voor de globale Vlaamse arbeidsmarkt.

Het ziekteverzuimpercentage (een dag ziekte inbegrepen) bedroeg in 2019 4,65 procent en neemt van jaar tot jaar toe. Opvallend is dat het toeneemt in de categorie 56-65 jaar.

Reactie ACOD Onderwijs

Leerkrachten en nog vele andere medewerkers in het onderwijs zijn van nature positieve mensen. Zij hebben gekozen om het beste van zichzelf te geven aan de maatschappij. Zij maken van de kinderen en jongeren van vandaag de burgers van morgen.

Zij willen waarden en normen meegeven en ervoor zorgen dat de jongeren later kritisch in het leven staan.

Uit dat engagement halen zij kracht om door te gaan, maar ieder engagement is eindig. Het gevoel hebben dat je je 100 procent en meer inzet voor je job, maar dat je toch niet aan elke leerling de nodige zorgen en toewijding kan geven, kraakt een mens. Jammer genoeg horen wij die verhalen de jongste tijd veel te veel, van collega’s die al 30 jaar in het onderwijs staan en er nu de brui aan geven omdat ze gewoon op deze manier niet meer verder willen en kunnen.

De werkbaarheidsmonitor 2023 toont niet voor niets aan dat werk-privéconflict in een onderwijsfunctie 22,5 procent bedraag tegenover een gemiddelde van 12,9 procent in andere sectoren in Vlaanderen. In dezelfde werkbaarheidsmonitor zien we dat de werkstressklachten bij het onderwijspersoneel 47,2 procent bedragen, tegenover een gemiddelde van 36,1 procent in de andere sectoren. Wij zijn hiermee de slechtste leerling van de klas. Wie niet begrepen heeft dat we hier dringend iets moeten aan doen, pleegt schuldig verzuim!

 

In de volgende edities van Tribune buigen we ons verder over deze omgevingsanalyse.

 

nancy.libert@acod.be