ACOD TBM verzet zich tegen decreet continuïteit van de dienstverlening

 


Op 15 december 2021 brachten de drie vakorganisaties in gemeenschappelijk front een verzoekschrift in tot het vernietigen van het decreet continuïteit van de dienstverlening.


Dit omstreden decreet is volgens ACOD TBM een aanfluiting op het stakingsrecht en een inperking van de vrijheid van meningsuiting. Dat de essentiële beroepscategorieën 72 uur op voorhand hun voornemen moeten overmaken of ze al dan niet meedoen aan een staking, legt de druk op het al dan niet ondersteunen van de actie op het individu en niet meer op de groep. Tijdens laatste twee interprofessionele stakingen zien we wat dit doet op de werkvloer en dit is voor ons onaanvaardbaar. Het recht van een individu om zich te schuilen achter een piket of de groep gaat hierdoor volledig verloren, in de praktijk zien we nu al dat er druk wordt uitgeoefend om niet deel te nemen aan een actie. Eénmaal de keuze is gemaakt kan deze ook niet meer aangepast worden.

Maar ook de keuze die de politiek gemaakt heeft in aanloop van het decreet is niet te begrijpen. Nog tijdens de vorige beheersovereenkomst lieten de vakorganisaties toe om de werkwillige op een meer efficiënte manier in te plannen. De Lijn mocht een aangepaste dienstverlening uittekenen om zo meer essentiële ritten te verzekeren tijdens stakingen. De vakbonden legden hen geen vingerbreed in de weg. Toch was dit voor sommige politieke partijen niet genoeg. Er werd zelf niet gewacht of te kijken of deze nieuwe manier van plannen zijn vruchten kon afwerpen. Men nam de vlucht vooruit, voor de rechtse partijen moest en zou de dit in het regeerakkoord worden opgenomen. CD&V nam voldoening me het feit dat dit in de eerste plaats diende te gebeuren in overleg met de vakorganisaties.

Corona en de sociale verkiezingen vertraagde dit proces van onderhandelingen, of beter gezegd, door deze twee zaken kwamen er geen gesprekken en het kabinet Peeters was hier maar al te goed van op de hoogte. De enige keer dat zij een aanstalten maakte om dit overleg op te staten was in een brief gericht aan de voorzitter van de raad van bestuur. Toen de sociale verkiezingen dan eindelijk plaatsvonden in november spande onze minister de kar voor het paard. Zonder enig overleg tussen De Lijn en de vakorganisaties kwam ze met haar eigen voorstel. Onbegrijpelijk was zeker de houding dat als de vakorganisaties toch nog met een onderhandeld akkoord gingen komen dat dit dan op de weegschaal tegen over haar voorstel zou komen. Het kon dus enkel nog meer inperkingen van het stakingsrecht inhouden om het aanvaardbaar te maken voor de Vlaamse regering.

Een democratie is enkel sterk als men de discussie toelaat zou je dan stellen maar niets is minder waar, toen de vakorganisaties vroegen om gehoord te worden werd dit niet weerhouden door de meerderheid. Dat Open VLD en N-VA dit niet zouden toelaten stond in de sterren geschreven maar CD&V, die eerst tevreden was met de tekst van het regeerakkoord om de sociale partners daarin mee te nemen, gaf hier ook geen gehoor aan. Onbegrijpelijk als zij het sociale karakter van deze regering dan moeten voorstellen.

Doordat ACOD TBM ervan overtuid is dat de Vlaamse regering door dit decreet ver buiten haar bevoegdheden treedt en niet het verplichte overleg rond het stakingsrecht opvolgt, zijn wij dus genoodzaakt dit decreet aan te vechten voor het Grondwettelijk Hof.

Wij zijn strijdbaar en zullen jullie verder informeren na een uitspraak.

 

Stan Reusen