Woonzorgcentra: Vlaamse regering zorgt voor meer zorgen

 


We werden de jongste jaren niet verwend door het neoliberale en rechtse beleid van de regeringen. De verzorgingsstaat kreeg de ene klap na de andere te verwerken. De besparingen in de sociale zekerheid hebben ervoor gezorgd dat ons opvangnet grote gaten begint te vertonen. Toch doet deze Vlaamse regering alsof er niets aan de hand is.


De overheid wordt uitgekleed ten gunste van de private sector. Via uitbestedingen en privatiseringen weigert de overheid haar verantwoordelijkheid op te nemen ten aanzien van duidelijke kerntaken. De verzorgingsstaat heeft als fundamenteel doel de kopzorgen van de bevolking tijdens het leven te minimaliseren. Deze Vlaamse regering doet net het tegenovergestelde en bezorgt de bevolking meer muizenissen: haar koopkracht, de opvang van haar kinderen, de opvang van haar ouders, het sociaal opvangnet bij tegenslagen in het leven (werkloosheid, ziekte, handicap…): alles moet eraan geloven en wordt versmacht onder een neoliberaal deken waar winst het hoogste goed is.


De Afspraak


Dit alles werd nogmaals overduidelijk geïllustreerd in het programma ‘De Afspraak’ van 29 maart 2023 over de onrust in de Vlaamse woonzorgcentra. Hannes Anaf (Vooruit) ging er in gesprek met Johan Staes, de CEO van VLOZO (Vlaams Onafhankelijk Zorgnetwerk), vertegenwoordiger en pleitbezorger van de private en commerciële woonzorgcentra. Aanleiding was de weigering van de Vlaamse regering om een onderzoekscommissie op te richten over de wantoestanden in de Vlaamse (voornamelijk private) woonzorgcentra.

Het probleem was zonneklaar: rusthuizen die behoren tot een groep van commerciële woonzorgcentra (Orpea, Armonea…) behoren tot de duurste van Vlaanderen en de zorg is er vaak ondermaats. De zwarte lijst wordt volledig gedomineerd door de private en commerciële sector en de middelen voor de zorg (zowel van de bewoners zelf als van de overheid) worden opgesoupeerd als winst voor de aandeelhouders. Werkingsmiddelen van individuele woonzorgcentra worden leeggezogen en doorgesluisd naar bovenliggende holdings. Als deze woonzorgcentra vervolgens in de problemen komen is het opnieuw de overheid die de brand moet blussen (met belastingen).

Johan Staes werd tijdens het gesprek steeds bleker en zenuwachtiger en maakte de opsomming nog erger. Er moest niet overdreven worden, zei hij, want het ging slechts om 3,2 procent van de woonzorgcentra (dit blijkt een normaal gegeven in de private markt). Dat het om 30 procent van de Orpea-woonzorgcentra ging, was omdat deze groep veel meer controle had gekregen dan andere (uiteraard wordt meer gecontroleerd als er voortdurend manifeste wantoestanden plaatsvinden). Om het geheel wat verder te relativeren, ging hij volledig uit de bocht: “Wij maken geen winst op de zorgcomponent, enkel op de woon- en leef-component.” Dit slaat natuurlijk alles, want hij vindt het dus normaal dat er winst wordt gemaakt op de huur van de kamer, op het onderhoud en zelfs op de maaltijden van de bewoners. Wie nood had aan een opfrissing van het neoliberale gedachtengoed, kwam volledig aan zijn trekken.


Kerntaak niet uitgevoerd


De conclusie is voor ACOD LRB evident: basiszorg gaat niet samen met een winstmodel. De privatisering van de woonzorgcentra heeft nefaste gevolgen voor ons ouderenbeleid. De bevoegde ministers Crevits en Somers blijven dergelijke toestanden met hand en tand verdedigen en zetten nog verdere stappen om privatisering en commercialisering van de zorg te vergemakkelijken. We laten het in het midden of het hier over incompetentie, opportunisme of kwade wil gaat. Feit is dat de overheid momenteel haar kerntaak niet uitoefent. Een onderzoekscommissie had dit vermoedelijk zwart op wit op de regeringstafel gelegd. Maar men is niet bereid de zorg zodanig te organiseren dat ze betaalbaar, toegankelijk, en kwaliteitsvol verloopt.

Het programma De Afspraak begon met een krantenartikel, gekopt ‘Agressieve vrouw vier jaar opgesloten in haar kamer’. Ze hadden beter Somers en Crevits vier jaar lang opgesloten. Zij zijn alleszins extreem gevaarlijk voor onze verzorgingsstaat.

 

Gert Vlasselaer, Willy Van Den Berge