Nieuwe regels voor moederschapsverlof voor personeel rechterlijke orde

 


Op 12 juni 2020 werd een wet goedgekeurd die strekt tot de wijziging van de periodes die plaatsvinden tijdens de voorbevallingsrust en in aanmerking kunnen worden genomen voor de verlenging van de nabevallingsrust.

Voor wie?


Deze wet werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 18 juni 2020 en is van toepassing op alle federale ambtenaren. Omdat er voor de rechterlijke orde nog steeds een apart statuut van toepassing is, werd op het sectorcomité III van 15 september 2020 een aanpassing voorgesteld van het KB van 16 maart 2001 met betrekking tot de verloven en afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan. Het voorstel tot aanpassing werd door de vakbonden unaniem ‘voor akkoord’ ondertekend.


Wat houdt de wijziging in?


Sinds de wet van 12 juni 2020 in het leven werd geroepen, worden periodes van ziekte, volledige werkverwijdering en tijdelijke werkloosheid, ongeacht of ze te wijten zijn aan de zwangerschap of niet, niet langer in mindering gebracht van het moederschapsverlof. Concreet betekent dit dat indien een zwangere vrouw afwezig is wegens ziekte, verplichte werkverwijdering of tijdelijke werkloosheid in de zes weken voorafgaand aan de vermoedelijke bevallingsdatum en ongeacht of de ziekte al dan niet gerelateerd is aan de zwangerschap, deze periode niet wordt afgetrokken van de 15 weken moederschapsverlof waar de moeder recht op heeft. Voor ons wordt hiermee eindelijk een einde gesteld aan de discriminatie van zwangere vrouwen die geconfronteerd worden met ziekte, tijdelijke werkloosheid of volledige werkverwijdering en kunnen zij nu ook genieten van de eerste belangrijke weken met hun baby(‘s).


Wanneer gaat deze regeling in?


De nieuwe regeling wordt ook voor de rechterlijke orde, net als voor de andere federale ambtenaren, retroactief toegepast vanaf 1 maart 2020.

 

Ella Neirinck