De sloopwoede van de Vlaamse regering

 


Sloopwoede is een woord dat in België algemeen zijn ingang vond om de ‘modernisering’ van Brussel in de jaren 1950 en 1960 te schetsen. Megalomane projecten vernietigden de leefbaarheid van de stad. De sloopwoede van de Vlaamse regering is vandaag gericht tegen de openbare diensten, tegen de ambtenaren en zelfs tegen de helden van de zorg. In gemeenschappelijk vakbondsfront zullen we de strijdbijl moeten opnemen in het gevecht voor een leefbaar Vlaanderen en voor een solidaire en zorgzame maatschappij.


Het zou ons te ver leiden om alle individuele dossiers aan te kaarten waarin de Vlaamse regering de openbare dienstverlening tracht te ondergraven en uiting geeft aan haar grote voorliefde voor het kapitaal van de privésector en de toekenning van flexibele arbeidsvoorwaarden zonder beschermingsclausules. Maar we willen wel even stilstaan bij drie grotere dossiers waarin de sloopwoede duidelijk naar voor komt.

1. Het voorstel van decreet dat de deuren openzet voor de privatisering en commercialisering van de zorg (het zogenaamde privatiseringsdecreet).
2. De ideeën over een nieuwe rechtspositieregeling voor het personeel van de lokale en regionale besturen.
3. De blokkering van het akkoord tussen de sociale partners om uitvoering te geven aan IFIC, de functieclassificatie die afgesproken was in het VIA6-akkoord voor de geregionaliseerde sectoren (en voorafname ten aanzien van de klassieke sectoren), en waarbij uitvoering gegeven werd aan de noodzakelijke herwaardering van het zorgpersoneel (zowel met betrekking tot koopkracht, als tot personeel en kwaliteit).


1. Het privatiseringsdecreet


Over de inhoud van dit decreet werd al uitgebreid geïnformeerd in de vorige Tribunes. Concreet schreeuwen alle betrokken partijen (werkgevers- en werknemersorganisaties en alle geïnstalleerde adviesorganen) dat dit voorstel van decreet een stommiteit is waarvan alleen de aandeelhouders van de privésector beter worden. De Vlaamse regering legt deze negatieve stemmen allemaal naast zich neer en dendert voort ten voordele van kapitaalkrachtige investeerders. Ze wil vooral geen groot debat over deze kwestie en alle tegenargumenten worden van tafel gegooid. Vaak wordt verwezen naar het gidsland Nederland, waar vanaf de jaren 1980 ook een gooi werd gedaan naar meer privatisering, verzelfstandiging en marktwerking.

Toevallig werd deze privatisering en verzelfstandiging van de Nederlandse overheidsdiensten in 2012 grondig geëvalueerd door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, een parlementaire onderzoekscommissie. Deze commissie onderzocht of 30 jaar privatisering en verzelfstandiging de verwachtingen heeft ingelost.

De onderzoekers typeren het privatisering-denken als pragmatisch optimistisch. Pragmatisch, omdat het beleid vaak stapsgewijs werd ingevoerd. Optimistisch, omdat er sprake was van een zeer groot vertrouwen in de validiteit van de denkkaders. Op dat vlak zijn de overeenkomsten met de Vlaamse regering dus groot. De commissie stelt echter ook vast dat de denkkaders niet onderbouwd waren met empirisch bewijs. Nog een parallel met de Vlaamse situatie.

De veronderstellingen die aan de basis lagen van de privatiseringsdrang waren de volgende.

  • Een private onderneming zal efficiënter opereren dan een publieke organisatie.
  • Het afstoten van overheidsdiensten zal leiden tot een kleinere, betere overheid en zal bijdragen aan het verminderen van de staatsschuld en overheidstekort.
  • Marktwerking zal leiden tot een hogere efficiëntie, lagere prijzen, betere kwaliteit en meer innovatie.


De praktijk bleek heel wat ingewikkelder. Er waren in eerste instantie talrijke juridische bezwaren en verzet van ministeries en andere betrokken diensten. Maar het besef groeide ook dat het beleid veel te voortvarend was geweest en dat marktwerking en privatisering erg veel om het lijf hebben en ook onzekerheid, winnaars en verliezers tot gevolg hebben.


Politiek gezien werden vragen gesteld over de effecten van markthervormingen in de zorg op de verhouding tussen artsen en patiënten. Ook maakte men zich zorgen over de solidariteit tussen uiteenlopende maatschappelijke groepen. Tot slot zag men de nadelige gevolgen voor de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van werknemers.

Het publieke debat schonk meer aandacht aan de schadelijke gevolgen van het gevoerde beleid.

  • Er werden belangrijke repercussies vastgesteld op de arbeidsomstandigheden van de werknemers.
  • Marktwerking leidt in de zorg tot verschraling van solidariteit en professionele standaarden. De relatie tussen dienstverlener en cliënt vertroebelt.
  • Er deden zich tal van incidenten voor, zoals fraude en faillissementen in onder andere de thuiszorg en de kinderopvang.


Er ontstaat een algemeen besef dat een marktwerkingsbeleid radicaal kan falen. Bovendien is er sprake van een uitholling van de democratie en een aantasting van de legitimiteit van de overheid. Zeker in verband met de grote privatiseringsoperaties (spoor en energie) worden grote titels bovengehaald, zoals ‘de uitverkoop van Nederland’.


In Vlaanderen wil men 40 jaar na de vastgestelde mislukking in Nederland dezelfde weg opgaan en dezelfde fouten maken. De publieke opinie spreekt in dit geval over ‘de geldezel van de zorg’, waarbij men verwijst naar het winstgevend potentieel voor de vastgoedsector. Dit lijkt wel het doelpubliek van deze Vlaamse regering. ACOD LRB zal alle middelen inzetten om zich te verzetten tegen deze blunder.


2. Een nieuwe rechtspositieregeling


Zoals reeds aangehaald in een vorige Tribune heeft minister Somers zijn intenties ten aanzien van een nieuwe rechtspositieregeling in een mededeling aan de Vlaamse regering verduidelijkt: vereenvoudiging, modernisering en flexibiliteit spelen hierbij een grote rol. Slechts één concrete doelstelling wordt geformuleerd, namelijk het wegwerken van de verschillen tussen de statutaire en contractuele personeelsleden. We voelen de bui al hangen: een verdere afbouw van het statuut.

Ook hier is het wachten op een degelijke wetenschappelijke onderbouw. Al maanden vragen wij een onderzoek over het belang van duurzame betrekking, over het belang van het toezicht, over de betekenis en de grenzen van autonomie, over onafhankelijkheid en neutraliteit van de publieke dienstverlening. Maar er komt niets. We voelen heel erg aan dat de Vlaamse regering het statuut sterk wil afbouwen en een gelijkstelling beoogt met de contractuele personeelsleden. Tussendoor tracht men ook verder te rommelen met de sociale zekerheid. Zo worden allerlei voordelen voorgesteld waarop geen (of minder) sociale bijdragen verschuldigd zijn. Het is een nieuwe stap naar de vernietiging van onze administratieve en sociale bescherming.

Ook in dit geval mag men de evaluaties eens bekijken die in Nederland werden gemaakt ten aanzien van de verregaande flexibilisering van de arbeidsmarkt en de afschaffing van het statutair ambt. De commissie Borstlap (eveneens een onafhankelijke regeringscommissie) presenteerde een vernietigend rapport met betrekking tot de gevolgen voor de maatschappij en de werknemers. Werknemers worden in precaire arbeidsomstandigheden geduwd, de maatschappij raakt ontwricht en iedereen bevindt zich in onzekerheid over de toekomst (loon, tewerkstelling, voorwaarden…).

ACOD LRB blijft knokken voor een goede invulling van het ambtenarenstatuut en voor garanties tegen willekeur en politieke almacht. Duurzaamheid, onafhankelijkheid en neutraliteit zijn kernwoorden, sociale bescherming blijft essentieel.


3. De blokkering van het akkoord tussen de sociale partners


Dit is misschien wel het duidelijkste signaal dat de Vlaamse regering het echt niet goed voor heeft met onze openbare diensten en hun personeel.

Op 30 maart 2021 werd het VIA6-akkoord gesloten tussen de Vlaamse regering, de vakbonden en de werkgeversfederaties. De pandemie heeft ons immers duidelijk gemaakt dat de sociale sector ondergewaardeerd wordt in verhouding tot zijn maatschappelijke waarde. Het doel van dit VIA6-akkoord is duidelijk, namelijk meer koopkracht en meer jobs en ondersteuning in de zorg- en welzijnsvoorzieningen. We herinneren ons allemaal een glunderende minister-president Jambon, met de mededeling dat de personeelsleden in de Vlaamse woonzorgcentra gemiddeld een loonsverhoging van 6 procent zullen genieten.

Werkgevers en werknemers hebben een drukke agenda afgewerkt om dit akkoord zo snel mogelijk te implementeren in de publieke sector. Dit gebeurde via verschillende protocollen waarbij in samenspraak met de vzw IFIC een gemeenschappelijke functieclassificatie bij de lokale besturen werd voorbereid en opgemaakt. De sociale partners hebben hierover een akkoord bereikt, waarbij de door de Vlaamse regering opgelegde inhoudelijke en budgettaire krijtlijnen gerespecteerd bleven.

Groot is dan ook onze verbazing en teleurstelling dat de Vlaamse regering dit akkoord niet bekrachtigt. De waardering wordt blijkbaar enkel geuit in de pers. In de praktijk probeert men terug verder te beknibbelen op de eerder aangegane afspraken. Dit is een regelrechte kaakslag ten aanzien van onze helden van de zorg.

Het gemeenschappelijk vakbondsfront zal hiertegen sterk reageren en deed een algemene stakingsaanzegging vanaf dinsdag 9 november 2021. We zullen de Vlaamse regering duidelijk maken dat de herwaardering van het zorgpersoneel een essentieel strijdpunt is van de vakbonden.

Voor alle duidelijkheid: de staking is in geen geval gericht tegen de werkgevers. Samen met de werkgevers werd een degelijk akkoord opgemaakt en de samenwerking verliep heel positief. Zowel werkgevers als werknemers beseffen dat de herwaardering niet alleen wenselijk, maar ook noodzakelijk is. Het is ergerlijk dat de Vlaamse regering ons akkoord blokkeert om onduidelijke redenen. De stakingsaanzegging is dus gericht tegen de Vlaamse regering, waar de helden van de zorg niet de grootste bekommernis zijn. Zij heeft blijkbaar meer respect voor haar vrienden van de vastgoedsector en de investeringsmaatschappijen.


Besluit


De sloopwoede van de Vlaamse regering is desastreus voor onze ambtenaren, onze openbare diensten en ons zorgpersoneel. De marsrichting van deze regering is gevaarlijk voor onze maatschappij, want onomkeerbaar. De Nederlandse voorbeelden, waarnaar zo graag verwezen wordt, zijn schoolvoorbeelden van een fout beleid: geen wetenschappelijke onderbouw en nefaste gevolgen voor de dienstverlening, het personeel en de maatschappij.

ACOD LRB verzet zich uiteraard heftig tegen deze intenties van de Vlaamse regering.  In gemeenschappelijk vakbondsfront zullen we actie voeren tegen deze regering. We hebben hiervoor alle steun nodig van onze leden en militanten. Vandaar onze oproep: ondersteun onze acties, mobiliseer tegen deze regering en communiceer over de gevolgen.

 

Willy Van Den Berge, Gert Vlasselaer