Uitbesteding van statutair werk gas- en elektriciteitssector: groot gevaar voor eigen tewerkstelling!

 


Reeds van in de jaren 1960 werden meermaals afspraken gemaakt op sectorvlak tussen vakbonden en werkgeversorganisaties over welk soort werken en functies eventueel kunnen uitbesteed worden aan onderaannemers van de eigenlijke operatoren in onze sector van Gas en Elektriciteit (Paritair Comité 326). Sedert de liberalisering van de sector is het aantal operatoren enkel toegenomen, gaande van zeer grote ondernemingen en organisaties (met duizenden eigen werknemers) tot zeer kleine (zelfs eenpersoonsbedrijven).


Allen doen in mindere of meerdere mate een beroep op externe onderaannemers, die ook zelf sterk variëren inzake grootte. Zoals ook binnen allerhande overheidsdiensten consulenten ingeschakeld worden, gebeurt dat ook binnen de activiteiten van de Gas- en Elektriciteitssector.  Deze worden meestal ingezet in ondersteunende diensten, zoals bijvoorbeeld informatica en personeelsdiensten.
Hierin neemt dit zelfs zeer frappante vormen aan, zoals personeelsverantwoordelijken en zelfs CEO’s die geen personeelslid zijn van de onderneming die ze aansturen (hetgeen dan meestal verloopt via een managementvennootschapje, fiscale doelstellingen zullen hierbij zeker belangrijk zijn).

Andere veelvuldig voorkomende vormen van onderaanneming zijn veel zichtbaarder voor een groter publiek, zoals werknemers van aannemers die ingezet worden voor het graven van sleuven en aanleggen van buizen en kabels van allerlei soorten. Of denken we bijvoorbeeld ook aan de vele ‘callcenters’ die alsmaar meer statutair werk naar zich toe trachten te trekken. Een recent voorbeeld hiervan doet zich voor bij Electrabel (maar dit gebeurt evenzeer bij alle andere operatoren): onderaannemer N-Allo tracht als callcenter zoveel mogelijk activiteiten van Electrabel Marketing & Sales naar zich toe te trekken.

We moeten er geen tekening bij maken dat de loon- en arbeidsvoorwaarden ressorteren onder een ander paritair comité waarin deze aanzienlijk lager en slechter zijn. Waarom zouden dergelijke ondernemingen dat anders doen? Hiervoor worden fenomenale budgetten uitgetrokken, waarbij de bijkomende pertinente vraag gesteld wordt in hoeverre het verantwoord is aangezien dikwijls de kwaliteit evenzeer daalt.

Alle werknemers van onze sector moeten zich ervan bewust zijn dat dit nefast kan zijn voor de eigen tewerkstelling. Velen redeneren verkeerdelijk dat het nooit negatieve gevolgen zal hebben voor de eigen tewerkstelling, maar wanneer het duidelijk wordt dat dit wel het geval is, kan het dikwijls te laat zijn. Daarom zal ACOD Gazelco deze fenomenen van onderaanneming zo veel mogelijk afkeuren door in alle daartoe bevoegde overleginstanties deze nadelige evolutie trachten stop te zetten.

 

Jan Van Wijngaerden

 

 


Documenten
1920x620-Gazelco.jpg