Bedrijfsvervoerplannen

Nieuws donderdag 26 juni 2008

 

Mobiliteitsdiagnose: virtuele realiteit?

In de programmawet van 8 april 2003 werd bepaald dat alle werkgevers van een bedrijf met meer dan 100 werknemers een driejaarlijkse diagnose moeten maken over de mobiliteit van hun werknemers. Het gaat om een verslag over het woon-werkverkeer.

In 2006 moesten de werkgevers voor de eerste keer een mobiliteitsverslag opstellen op basis van een enquête die ze bij het personeel moesten houden. De enquête, de diagnose en het verslag konden vervolgens worden gebruikt om een bedrijfsvervoerplan op te stellen.

In de privésector is het een verplicht onderwerp, dat ter bespreking moet worden voorgelegd aan de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW). In de publieke sector moet het mobiliteitsverslag worden besproken in het bevoegde overlegcomité (TOC/BOC/EOC).

 

Wettelijk kader

De federale programmawet van 8 april 2003 verplicht bedrijven en openbare diensten van meer dan 100 werknemers om gegevens te verzamelen over de verplaatsingen van de werknemers tussen hun woon- en werkplaats. Deze gegevens moeten worden bezorgd aan de FOD Mobiliteit en Vervoer.

In uitvoering van de federale programmawet van 8 april 2003 moet ook de Vlaamse overheid voor haar personeel een driejaarlijks verslag opstellen met daarin een aantal inlichtingen over de woon-werkverplaatsingen van de personeelsleden.

 

Overleg

In het overlegcomité van het Sectorcomité XVIII werd op 27 november 2006 afgesproken dat de Mobiliteitscel en het departement Bestuurszaken een overleg met de personeelsdiensten zouden organiseren m.b.t. de concrete aanpak van de gegevensinzameling.

 

Syndicale aanpak

Een bedrijfsvervoerplan heeft als doel alle verplaatsingen naar een bedrijf of openbare dienst te verbeteren in functie van de behoeften van de betrokken actoren (werknemers, werkgever, bezoekers, klanten, leveranciers enzovoort). De algemene doelstellingen zijn een betere bereikbaarheid, een verhoogde verkeersveiligheid, een betere verkeersleefbaarheid en vooral een reductie van het aantal autokilometers.
Als overheidsvakbond wil ACOD de Vlaamse minister van Bestuurszaken en de lijnmanagers van de departementen en agentschappen overtuigen van het nut van een bedrijfsvervoerplan.

 

Goede redenen

Er zijn meer dan voldoende redenen om werk te maken van een bedrijfsvervoerplan:
- de bereikbaarheid van de onderneming verbetert, ook voor de werknemers die (niet altijd) over een auto beschikken;
- vacatures kunnen vlotter worden ingevuld doordat de ‘mobiliteitshandicap’ vermindert;
- er zijn minder parkeerplaatsen nodig (en dus ook minder onderhoud, bewaking enzovoort);
- de overlast (hinder) voor de buurtbewoners kan verminderen;
- de kosten voor vervoer georganiseerd door de werkgever dalen (bijvoorbeeld door meer bedrijfsbussen in te zetten);
- het milieu heeft er zeker baat bij;
- werken aan mobiliteit geeft het bedrijf een milieuvriendelijk imago;
- de uitstoot van schadelijke gassen kan verlaagd worden, wat een positief effect heeft op de gezondheid van de werknemers;
- het aantal werkongevallen, verkeersongevallen naar en van het werk, kan verminderen, en dus ook de daarmee gepaard gaande kosten (bijvoorbeeld: lagere premies voor de arbeidsongevallenverzekering);
- bedrijfsvoertuigen kunnen efficiënter worden ingezet en gebruikt;
- een betere bereikbaarheid voor de medewerkers, bezoekers, leveranciers en potentiële nieuwe werknemers;
- minder werkuren gaan verloren door files;
- de kosten en problemen gekoppeld aan parkeerfaciliteiten verminderen;
- een betere relatie met omwonenden door de verlichting van de parkeerdruk en een grotere verkeersleefbaarheid;
- een reductie van de kosten voor woon-werkverkeer;
- meer tevreden en ontspannen medewerkers: minder ziekteverzuim en een hogere productiviteit.

In elk geval is het overleg met de personeelsleden en hun vakbondsvertegenwoordigers een noodzakelijke voorwaarde om tot duurzame en structurele maatregelen te komen die voldoende kansen op succes bieden.

 

Nieuwe bevraging

Tijdens de vergadering van het onderhandelingscomité (Sectorcomité XVIII) kregen de verschillende vakbonden te horen dat er in september 2008 een nieuwe bevraging komt.

Aangezien deze bevraging enkel een wettelijk afdwingbaar karakter heeft voor de departementen en de agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid, heeft ACOD erop aangedrongen deze bevraging vrijblijvend uit te breiden tot de departementen met rechtspersoonlijkheid.

Het kabinet va n minister Geert Bourgeois (N-VA) en de federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer zullen de betrokken agentschappen contacteren.