
Pensioenen: afschaffing van de diplomabonificatie
Nieuws maandag 6 november 2017
De pensioenen zijn niet uit het nieuws weg te branden. Jammer genoeg gaat het voor de overgrote meerderheid van de burgers meestal om slecht nieuws. Op 1 december 2017 komt nu ook de diplomabonificatie niet langer in aanmerking bij de berekening van je pensioenbedrag. Wat is de impact ervan?
Voor je pensioen moet je een onderscheid maken tussen twee berekeningen: je P-datum en je pensioenbedrag. Je P-datum is de vroegst mogelijke datum waarop je met pensioen kan gaan. Vroeger was dit voor iedereen in het onderwijs 60 jaar. Nu speelt niet enkel je leeftijd een rol, maar ook je gepresteerde diensten.
Aanvankelijk werden je studiejaren onder bepaalde voorwaarden meegeteld met je gepresteerde diensten, maar dat principe – de ‘diplomabonificatie’ – wordt sinds vorig jaar stapsgewijs afgebouwd.
Wij hebben het hier echter over die tweede berekening, die van het pensioenbedrag: hoeveel pensioen zal je krijgen? Ook hier spelen je gepresteerde diensten een rol. Bovendien telt tot op vandaag ook hier je diplomabonificatie mee. Je hoeft daar niets voor te doen, je krijgt ze onder bepaalde voorwaarden zo mee. In de toekomst zal dit echter niet meer het geval zijn.
Automatische toekenning diplomabonificatie afgeschaft
De diplomabonificatie wordt voor de volledige openbare sector afgeschaft. De maatregel wordt echter niet onmiddellijk in zijn volheid ingevoerd. Twee categorieën personeelsleden vallen buiten de toepassing van de afschaffing. Voor de andere personeelsleden is er een overgangsmaatregel. Ten slotte kunnen alle personeels¬leden hun studiejaren toch laten meetellen, weliswaar tegen betaling …
Wie ontsnapt aan deze maatregel?
Twee categorieën personeelsleden worden niet getroffen door de nieuwe regelgeving:
■ Personeelsleden die ten laatste op 1 december 2018 voldoen aan de voorwaarden om met vervroegd pensioen te gaan. Hun P-datum ligt voor 1 januari 2019.
■ Personeelsleden die ten laatste op 1 oktober 2017 in deeltijdse of volledige TBS voorafgaand aan het rustpensioen zijn.
Voor deze personeelsleden verandert de diplomabonificatie niet.
Overgangsmaatregelen
Voor de andere personeelsleden wordt 1 december 2017 een scharnierdatum. De diplomabonificatie blijft voor een deel meetellen. Daarvoor berekent men de verhouding tussen de diensten gepresteerd vóór 1 december 2017 en de diensten die nodig zijn om met pensioen te mogen gaan. Het resultaat wordt steeds naar beneden afgerond.
Een voorbeeld: de heer Peeters is geboren op 15 juni 1970 en begint na een driejarige opleiding als bachelor zijn onderwijsloopbaan op 1 september 1991. Hij zal met pensioen kunnen gaan na 44 dienstjaren.
► Hoeveel jaren of maanden kan hij meenemen van zijn diplomabonificatie? 3 jaar of 36 maanden.
► Hoeveel prestaties heeft hij geleverd op 1 december 2017? 26 jaar en 3 maanden (= 315 maanden).
► Hoeveel prestaties moet hij leveren om met pensioen te mogen gaan? 44 jaar of 528 maanden.
► Wat blijft er dan nog over van zijn diplomabonificatie? 36 x (315 ÷ 528) = 21,47 = 21 maanden.
Personeelsleden die na 1 december 2017 in dienst komen, kunnen voor de berekening van hun pensioen geen gebruik meer maken van de (gratis) diplomabonificatie.
Te koop: diplomabonificatie
Als je geen recht heb op een (volledige) diplomabonificatie, dan kan je die alsnog kopen. Opgelet: ze telt dan enkel mee voor de berekening van je pensioenbedrag, niet voor je P-datum.
De kostprijs van deze regularisatie hangt af van hoelang het geleden is dat je je diploma behaald hebt:
■ Als je de betaling doet binnen de 10 jaar na het behalen van je diploma, dan betaal je 1500 euro per studiejaar.
■ Als je langer wacht, zal de kostprijs behoorlijk meer bedragen dan 1500 euro. Men zal immers via een complexe berekening bekijken welk voordeel dit jou zou opleveren en zal vervolgens het bedrag daaraan aanpassen.
Andermaal overgangsmaatregelen
Omdat personeelsleden die nu deels getroffen worden door de maatregel niet konden weten dat ze hadden moeten valideren, wordt er een overgangsregeling voorzien:
■ Personeelsleden die op 1 december 2017 langer dan 10 jaar zijn afgestudeerd, kunnen tussen 1 december 2017 en 30 november 2019 valideren voor 1275 euro per studiejaar. Ze krijgen dus 15 procent korting op het normale tarief.
■ Tussen 1 december 2019 en 30 november 2020 betalen ze 1500 euro per studiejaar.
Voorwaarden
Bovendien zijn er een aantal voorwaarden of aandachtspunten:
■ Je kan enkel diploma’s valideren die behaald zijn in het hoger onderwijs met volledig leerplan.
■ Je kan maar één diploma valideren.
■ Met studieperioden worden zowel de volledige studiejaren bedoeld, als de periode waarin een doctoraatsthesis wordt voorbereid (ten hoogste 2 jaar) en als de periodes van beroepsstages (onder bepaalde voorwaarden).
■ Het diploma moet geen voorwaarde geweest zijn voor vaste benoeming.
■ De maximumduur die je kan valideren, hangt samen met het aantal studiejaren dat was voorzien op het moment dat je je diploma hebt behaald. Bisjaren komen dus niet in aanmerking.
■ Je moet niet alle studiejaren regulariseren, je kan je beperken tot een deel ervan. Je moet wel altijd per volledig jaar regulariseren, behalve als je door de overgangsmaatregelen een deel van je studieduur kan laten meetellen. Als je dan, zoals in ons eerste voorbeeld, een onvolledig jaar hebt, dan kan je dat aanvullen.
■ De kosten die je maakt om te valideren, zal je kunnen inbrengen bij de belastingaangifte, waardoor een deel van de kosten gerecupereerd wordt.
Een voorbeeld: mevrouw Simons, geboren in 1971, heeft 3 jaar gestudeerd en staat voor de klas sinds 1 september 1992. In dit voorbeeld kan ze met pensioen na 45 jaar dienst:
► Hoeveel jaren of maanden kan zij mogelijk meenemen van haar diplomabonificatie? 3 jaar of 36 maanden.
► Hoeveel prestaties heeft zij geleverd op 1 december 2017? 25 jaar en 3 maanden (= 303 maanden).
► Hoeveel prestaties moet zij leveren om met pensioen te mogen gaan? 45 jaar of 528 maanden.
► Wat blijft er dan nog over van haar diplomabonificatie? 36 x (315 ÷ 528) = 20,20 = 20 maanden.
Stel dat mevrouw Simons zelf nog haar resterende deel (16 maanden) van haar studieduur wil regulariseren, hoeveel moet zij dan betalen?
► Als ze stappen onderneemt vóór 30 november 2019, betaalt ze 1700 euro, namelijk 1275 euro voor het volledige jaar en 425 euro voor de resterende vier maanden.
► Als ze regulariseert tussen 1 december 2019 en 30 november 2020, kost het 2000 euro, namelijk 1500 euro voor het volledige jaar en 425 euro voor de resterende vier maanden.
► Als ze langer wacht, zal de kostprijs behoorlijk meer bedragen dan 1500 euro, zoals we hoger hebben uitgelegd.
Hoe valideren?
Alleen het personeelslid zelf zal kunnen valideren, dus geen derden. Je moet je aanvraag indienen voor de aanvangsdatum van je pensioen. Je kan in maximaal twee keren valideren. Je valideert altijd volledige jaren, behalve als je door de overgangsmaatregel gratis een deel van je studieduur kan laten meetellen en je niet op een volledig jaar uitkomt.
Bezint eer ge begint
Vooraleer je blindelings begint te regulariseren, moet je je afvragen of het wel de moeite loont. Door de steeds veranderende pensioenregelgeving is het nu vrijwel onmogelijk in te schatten wat een volledige of gedeeltelijke validering zou betekenen voor je pensioenbedrag.
Het is niet uitgesloten dat gevalideerde periodes geen voordeel zouden opleveren. Het is immers best mogelijk dat je sowieso aan het maximumpensioen komt, alleen al omdat je langer moet werken.
Een voorbeeld: mevrouw Tulkens, geboren in 1980, heeft een masterdiploma behaald en start in het onderwijs op 1 september 2004. Ze kan met pensioen op 1 september 2049:
► Hoeveel jaren of maanden kan zij mogelijk meenemen van haar diplomabonificatie? 4 jaar of 48 maanden.
► Hoeveel prestaties heeft zij geleverd op 1 december 2017? 13 jaar en 3 maanden (= 159 maanden).
► Hoeveel prestaties moet zij leveren om met pensioen te mogen gaan? 45 jaar of 528 maanden.
► Wat blijft er dan nog over van haar diplomabonificatie? 48 x (159 ÷ 528) = 14,10 = 14 maanden.
Deze collega zal bij haar pensionering 45 jaar gewerkt hebben en bereikt daardoor het maximumpensioenbedrag. Als ze 34 maanden valideert in de periode tussen 1 december 2017 en 30 november 2019, kost het 1275 x 34/12 = 3612,5 euro en levert het nul euro extra pensioen op!
Voor personeelsleden van het onderwijs is dit een reëel risico. Hun loopbaan zal sowieso verlengd worden en de norm zal meer en meer naar de 45 jaar neigen. We raden iedereen aan om zo laat mogelijk in de overgangsperiode te betalen en zich voordien grondig te informeren of het in zijn/haar specifieke situatie zinvol is.
Wie wordt het hardst getroffen?
De jongere collega’s zullen nauwelijks genieten van de overgangsmaatregelen. Zij zullen de studieduur enkel kunnen laten meetellen als ze forse bedragen ophoesten. Voor een master loopt dit bedrag op tot 6000 euro als de storting gebeurt binnen de 10 jaar na het afstuderen. Dit betekent ook dat dit bedrag gevonden moet worden in de periode dat de meeste collega’s een start moeten nemen in het leven en met andere uitgaven geconfronteerd worden. Als deze master dit bedrag wil bijeen sparen, moet hij of zij vijf jaar lang iedere maand 100 euro van zijn/haar loon opzijzetten.
nancy.libert@acod.be