De Vlaamse politieke partijen hebben tijdens de zomermaanden druk overlegd om tot een regeerakkoord te komen. Veel werd er helaas niet gelost naar de media, dus blijft het voorlopig gissen naar wat er in het verschiet ligt voor De Lijn.

Wat echter wel uitlekte, moet ons niet bepaald vrolijk stellen: de geschrapte haltes zullen niet terugkeren, we moeten ons waarschijnlijk sneller dan verwacht aan een ‘benchmark’ blootstellen en we zullen onze winstgevende dochterbedrijven moeten verkopen. Er zou daarnaast extra budget komen, althans volgens De Tijd.

Haltes zullen niet terugkeren

Als dit het geval zou zijn, zou men eigenlijk stellen dat er niets mis is met basisbereikbaarheid. Van de N-VA is dit een begrijpelijke houding, gezien dit decreet van haar hand komt. Het is nog maar de vraag of CD&V en Vooruit er zo ook over denken. Bijna de hele legislatuur gaf hoofdzakelijk Vooruit kritiek op het nieuwe decreet, dat vooral in de meer landelijke gebieden een vervoerswoestijn achterliet. Ons vervoersbedrijf, dat ooit een sociale rol speelde in Vlaanderen, is hiermee volledig uitgehold. Basisbereikbaarheid is geënt op de idee van het ‘marktdenken’, zonder rekening te houden met de noden van onze bevolking. De budgetneutraliteit is hier de grootste boosdoener.

Sneller naar een benchmark?

We kunnen raden naar de achterliggende beweegreden hiervoor. Het is op zijn minst merkwaardig gezien ons openbare-dienstencontract nog niet is afgelopen. Bovendien werd dat contract gesloten tussen De Lijn en de vorige Vlaamse regering, waarin ook de N-VA hoofdviool speelde. Dat net zij dit nu terug opentrekt, is niet gebruikelijk.

Zij had overigens de mogelijkheid opmerkingen te geven indien zij dit nodig achtte. In sommige media werd gemeld dat - als we niet voldoende zouden scoren - er een verdere privatisering zou aankomen. Het is dus aan de onderhandelaars om die deur zeker dicht te houden. Privatisering is namelijk niet de beste keuze. In juli kregen we nog te horen dat de geprivatiseerde Deutsche Bahn zeer verlieslatend is, vooral door ontoereikende financiering van de infrastructuur, waardoor de dienstverlening te wensen overlaat.

De wortel die volgens de media voor de neus gehouden wordt om het openbare-dienstencontract te verlengen, moet dus met grote omzichtigheid worden bekeken.

Schoenmaker blijf bij je leest!

In dezelfde persteksten lezen we dat De Lijn zal gevraagd worden de dochterondernemingen, waaronder Cambio en Blue-bike, af te stoten door haar aandeel hierin van de hand te doen. Waarom zou je aandelen die het goed doen, willen verkopen? Is dit goed bestuur door een overheid? Kortzichtig volgens ons: snel cashen terwijl alle signalen aangeven dat we hier op lange termijn meer kunnen uithalen. Als bepaalde partijen een kerntakendebat willen voeren, moet men in de eerste plaats kijken naar de financiën en zich niet blindstaren op het eigen gelijk. Het afstoten van deze aandelen kadert hier volledig in.

300 miljoen extra?

De Tijd schrijft dat er 300 miljoen euro extra op tafel ligt bij de onderhandelingen. De toekomst zal uitwijzen of dit bedrag effectief richting De Lijn komt en tegen welke prijs. Vele vragen hierover blijven onbeantwoord. Is dit bedrag terugkerend? Hoeveel voor investeringen en hoeveel voor de zo cruciale exploitatie? Dat er meer budget nodig is, daarover zijn alle mobiliteitsexperten het eens. De kunst zal erin bestaan om voldoende middelen vrij te krijgen en deze zo efficiënt mogelijk in te zetten.

ACOD TBM houdt nauw contact

ACOD TBM laat geen kans onbenut om haar visie over de komende legislatuur kenbaar te maken. Openbaar vervoer zou een topprioriteit moeten zijn voor de volgende Vlaamse regering. Hoe zal men anders steden leefbaar houden in de toekomst? Hoe zal men de verkeerscongestie terugdringen om zo meer ruimte te geven aan onze logistiek? Hoe zal men ervoor zorgen dat iedereen actief kan deelnemen aan de maatschappij? Wij zijn er rotsvast van overtuigd dat bij De Lijn een deel van de oplossing ligt.

Dus, beste onderhandelaars, geef De Lijn de rol en de gelden waarop zij recht heeft, zodat wij een openbaarvervoersbedrijf kunnen zijn dat aan alle behoeften van onze burgers kan voldoen.

Stan Reusen