Civiele Bescherming: werken kost personeel steeds meer geld

Nieuws maandag 4 juli 2022



Sinds de desastreuze hervorming van de Civiele Bescherming, begin 2019, heeft de dienst met tal van problemen af te rekenen. De ligging van de overgebleven kazernes heeft een grote impact op de werking van de dienst, de verplaatsingen en de vergoedingen daarvoor die het personeel ontvangt.


De ACOD heeft altijd bezwaar gemaakt tegen de ligging van de kazernes van Brasschaat en Crisnée, gezien die zich te afgelegen bevinden om op een gerechtvaardigde manier te opereren binnen ons grondgebied. Volgens N-VA’er en toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon was dit echter geen probleem. Het kan niet verbazen dat Brasschaat de thuisbasis is van Jambon. Door die ligging moeten vele kilometers worden afgelegd en duurt het veel langer om de plaats van de interventie te bereiken. De afstanden kunnen namelijk niet worden ingekort.

De ligging heeft ook een invloed op het leven van het personeel wiens kazerne gesloten is: veel langere verplaatsingstijd in combinatie met een wijziging van het uurrooster (omwille van meer dan 30 procent minder personeel). Van vier ploegen (24 uur/72 uur) blijven er nu maar drie over met shiften die prestaties van 12 uur en 24 uur combineren. Dat leidt tot meer verplaatsingen en vermoeidheid en verstoort de rust en het privéleven van het personeel nog meer.

De terugbetaling van de verplaatsingskosten is gebaseerd op het KB Toelagen en Vergoedingen van 2017, dus op de prijs van een abonnement tweede klasse, vermenigvuldigd met het aantal verplaatsingen en gedeeld door het aantal werkdagen. Daar knelt het schoentje.

Een voorbeeld: in maart presteert een personeelslid dat op 155 km van de kazerne woont zes dagen van de tien. Hij krijgt de maximale abonnementskosten vergoed (336 euro).

  • 6 x 336 : 23 = 87,65
  • hij heeft 330 km x 6 afgelegd = 1980 km
  • 87,65 : 1980 = 0,044 euro per km.


Hoe verder de medewerker woont, hoe minder terugbetaling hij krijgt, want de prijs van het abonnement is degressief en op dit moment geplafonneerd op 336 euro. Hoe verder je woont, hoe meer het je dus kost om naar het werk te komen. Als het aantal dagen in de noemer zou overeenstemmen met het aantal dagen dat we moeten presteren (10 of 11), zou de terugbetaling eerlijker zijn. Deze situatie geldt ook voor de noodcentrales, de gesloten centra en andere continudiensten.

Onze verzoeken om de berekening te herzien, hebben nergens weerklank gevonden. Noch bij de algemene directie Civiele Veiligheid, noch bij de bevoegde ministers. Dit wordt vervolgd.

 

Tony Six, Joelle Brouillard