Nieuwe stap in het nucleair dossier

Nieuws woensdag 1 februari 2023

 


Net na de jaarwisseling zetten de regeringsonderhandelaars en de toponderhandelaars van Engie opnieuw een stap in functie van een mogelijke verlenging van de kernreactoren Doel 4 en Tihange 3. Wat betekent dit?


De Belgische regering, bij monde van de premier en de minister van Energie, verklaarde dat een nieuw deelakkoord ondertekend werd door de beide betrokken partijen, waardoor het studieproces zou kunnen starten ter voorbereiding van een mogelijke verlenging. Economische parameters, zoals de bepaling van een maximumfactuur voor Engie met betrekking tot het nucleair afval en een prijsmechanisme voor de elektriciteitsproductie, zouden nog moeten overeengekomen worden. Pas in een later stadium zou er een volledig akkoord komen, dat dan ook liefst bindend zou worden voor beide partijen.

Op dit ogenblik zijn er dus geen garanties over belangrijke elementen die zouden kunnen overeengekomen worden in de nabije toekomst. Bovendien zou het voor Engie een middelenverbintenis en dus geen resultaatsverbintenis worden. Wat wel een belangrijke stap voorwaarts kan genoemd worden, is dat Engie blijkbaar ervoor wil gaan en dus toch wel een ander strategisch standpunt ingenomen heeft. In de context van een mogelijke bevoorradingsonzekerheid in de nabije toekomst, kan het belang van minstens deze verlenging niet genoeg beklemtoond worden.


Participatie overheid


Er zou momenteel geen officiële vraag gesteld zijn aan Engie om ook nog andere reactoren te willen of kunnen verlengen. Er zou ook niets gewijzigd zijn aan het ‘CapaciteitsRemuneratieMechanisme’ (CRM) dat in het leven geroepen werd om in bijkomende ondersteunende productiecapaciteit te kunnen voorzien. De wet van 2003 op de kernuitstap is nog steeds niet aangepast. Dit kan gebeuren door een beslissing van het federaal parlement, waarbij mogelijk ook andere voorstellen geformuleerd kunnen worden die al dan niet kunnen weerhouden worden.

ACOD Gazelco juicht een aangekondigde participatie door de federale overheid van 50 procent in een nieuwe juridische structuur toe, die zou instaan voor de verwezenlijking van een mogelijke verlenging van kernreactoren. Wij hebben altijd gepleit voor strategische participaties of zelfs het volledig in handen hebben/houden van essentiële infrastructuur in België.

Ook de uitbouw van hernieuwbare energievormen heeft België veel te veel overgelaten aan een geliberaliseerde markt. Wie nu nog zou beweren dat een geliberaliseerde energiesector (en daarnaast nog tal van andere sectoren trouwens) het juiste vehikel is ten voordele van alle consumenten, leeft buiten de eigenlijke realiteit.


Voldoende bevoorradingszekerheid?


Maar de maatschappelijke hamvraag blijft of dit alles, zelfs in het meest gunstige scenario zoals het nu voorgesteld wordt, voldoende zal zijn om ook op langere termijn de Belgische bevoorradingszekerheid te garanderen. Niemand kan voorspellen hoe snel en ingrijpend de alsmaar versnellende elektrificatie zich op veel vlakken zal voordoen de volgende jaren en decennia. Hiervoor zal immers niet enkel een gigantische uitbreiding van de totale productiecapaciteit nodig zijn (van elke mogelijke aard). Sommige scenario’s voorspellen dat tegen 2050 een verdrievoudiging (!) noodzakelijk zal zijn ten opzichte van de huidige capaciteit.

Ook andere essentiële componenten van de elektriciteitssector zullen met een vergelijkbare snelheid en intensiteit deze evolutie moeten volgen. Distributienetbeheerders (in Vlaanderen is dat Fluvius) en transportnetbeheerders (in België is dit Elia voor elektriciteit) zullen evenzeer gigantische investeringen moeten doen om alle netten klaar te maken en in orde te houden om deze evolutie mee op te vangen. Natuurlijk zal een dergelijke energietransitie ook gigantisch veel geld kosten, wat finaal door consumenten op veel manieren zal betaald worden.

Zekerheden zijn zeer belangrijk voor alle werknemers in de energiesector (en ver daarbuiten). Ook ACOD Gazelco erkent dat met deze nieuwe stap in het nucleaire dossier deze zekerheden (te) voorzichtig aangroeien.

 

Jan Van Wijngaerden