Louis Tobback: mens en maatschappij, waar gaan we naartoe?

Nieuws maandag 3 oktober 2011

Een studiedag is altijd wel interessant, maar met Louis Tobback als gastspreker is het animo verzekerd. Meer dan 120 militanten en leden zakten hiervoor dan ook af naar Leuven. Als thema kozen we voor 'Mens en maatschappij, waar gaan we naar toe?' Louis Tobback gaf duidelijk aan dat zijn toespraak een persoonlijke interpretatie is van wat er omgaat in de wereld en in België. Dit is dus niet altijd de mening van sp.a of ook niet van wat hij noemt 'de beweging' als de verzameling van de socialistische partij, mutualiteit en vakbond. Hij waarschuwde ook al op voorhand dat er soms op schenen zou worden getrapt.


Drôle de crise

Tobback opende met de vergelijking tussen 'la drôle de guerre' als de periode vlak voor WOII waar landen elkaar de oorlog verklaarden maar niet vochten, en 'la drôle de crise' als de huidige crisis in ons land, terwijl er in heel België toch nog een duidelijke daling is van de werkloosheid. Ook het spaargeld op de spaarboekjes gaat in stijgende lijn en toch is er een crisis. Zelfs de economisten zitten onbegrijpend met de handen in het haar. De vrijheid waar de liberalen steeds over praten noemt Tobback “de vrijheid van een vrije vos die je binnenlaat in een hok van vrije kippen”, waar dus met andere woorden de wet van de sterkste geldt.


Een munt met tastbare waarde

Het realiseren van een politiek Europa binnen een geglobaliseerde samenleving zou voor ons al een groot verschil kunnen maken. Nu al gebruiken 17 landen samen de euro. In de middeleeuwen kon een koning een munt uitgeven als hij kon garanderen dat deze munt waarde had, dat je die dus kon ruilen voor iets van tastbare gegarandeerde waarde. In Europa werd in 2000 wel een munt uitgegeven, maar er was geen koning of geen duidelijke leider die de waarde van de munt garandeerde. De roep van Tobback is duidelijk: hij vraagt snel een échte leider in Europa, een politieke macht die de waarde van de munt garandeert. Op dit ogenblik oordeelt het Grondwettelijk Hof in Duitsland dat men de Grieken mag waarborgen, maar gaan er in Nederland stemmen op om de Grieken niet meer te steunen. Ook België zou in de problemen kunnen komen, maar zal ons land dan binnen Europa zelf nog van steun kunnen genieten?


Een Europese regering

Voor Louis Tobback is het een probleem voor de socialisten en democraten dat we geregeerd worden door centrale bankiers, in plaats van door een Europese regering die gecontroleerd wordt door een parlement. De gouverneurs van de nationale banken en de Europese centrale banken bepalen de koers, met alle gevolgen van dien. Terugkeren naar de eigen munt zou echter onvoorspelbare kosten en onoverzichtelijke problemen uitlokken. In een dergelijk scenario zou de eigen munt de speelbal zijn van de internationale financiën en hebben we op economisch vlak absoluut niets meer te betekenen.
Het vervangen van een nationale regering door een Europese regering zou echter ook enorme gevolgen hebben voor ons land. Zo hebben de verschillende landen een andere kijk op de openbare diensten en de rol die ze al dan niet moeten spelen, zal het debat moeten worden aangegaan over de formule van de index, zijn er verschillende arbeidsvoorwaarden, moet de fiscaliteit op elkaar afgestemd worden enzovoort. Volgens Tobback is de socialistische beweging hier zeker nog niet klaar voor en klampen we ons vast aan wat er nu bestaat.


Sabena en NMBS

Tobback somt dan enkele voorbeeldsituaties op waaruit blijkt dat we soms anders zouden moeten denken en handelen. Als Leuvenaar kent hij als de beste de problematiek van Sabena. In 1920 was het essentieel dat de overheid een nationale luchtvaartmaatschappij oprichtte. In 1970 was er echter zodanig veel interesse vanuit de privé om luchtvaartmaatschappijen te runnen, dat dit voor de overheid overbodig werd. Volgens Tobback hadden we de luchtvaart moeten privatiseren en de luchthaven behouden. Nu hebben we niets meer.
De situatie van de NMBS is hieraan juist tegengesteld. Deze moet openbaar blijven omdat er ook maar één net mogelijk is en ons grondgebied te klein is om nog uit te breiden. Hij vreest dat we anders de Engelse weg opgaan. Als voorbeeld kan dit tellen.


Pensioenen

In 1889 voerde von Bismarck het eerste wettelijke staatspensioenfonds in. De gemiddelde leeftijdsverwachting van een Duitse man was toen 72. De pensioengerechtigde leeftijd werd gesteld op 70 jaar. Deze leeftijd zakte naar 65 jaar, wat een internationale norm werd. Die leeftijd geldt overigens zeker niet universeel en staat in meerdere landen onder druk. Louis Tobback vindt het een probleem dat kinderen nu veelal tot de leeftijd van 20 jaar studeren en dus maar een loopbaan van 35 à 40 jaar opbouwen en dan voor vele jaren in pensioen gaan. De betere gezondheidszorg heeft er (gelukkig) voor gezorgd dat we langer leven, maar de pensioenen blijven betalen zoals nu noemt hij 'waanzin en egoïsme'. Tobback nuanceert wel dat sommige zware beroepen of functies het niet toelaten om al te lang uitgeoefend te worden.
Als einde van zijn toespraak wilde Louis Tobback toch moed inspreken. Zelfs Paul De Grauwe, hoogleraar internationale economie aan de KULeuven en gewezen VLD-senator verkondigt socialistische analyses over de banken en de rol van de overheid. De ultieme boodschap was echter ondubbelzinnig: we gaan naar bijzonder moeilijke tijden.


Vragen en opmerkingen

Een eerste opmerking kwam van een kameraad van de Vlaamse Watermaatschappij: men moet klaarheid scheppen in het pensioendebat, dus niet altijd maar dreigen maar zeggen waar men naartoe wilt. Voor sommige functies moet een loopbaan van 40 jaar volstaan, wat door Louis Tobback beaamd werd.

Een andere kameraad was 'not amused' door enkele uitspraken van Louis Tobback. Volgens hem was onze beweging zeker niet kapitalistisch, maar is ze nu 'aangetast'. Tobback refereerde dan naar het charter van Quaregnon van eind negentiende eeuw waar men dacht om de samenleving te veranderen door het kapitalisme te liquideren. Hoe spijtig men dat ook mag vinden, men moet vaststellen dat vele experimenten in vele landen mislukt zijn.

Richard de Winter kreeg gelijk als hij stelde dat de beweging moest inboeten aan geloofwaardigheid door voorbeelden als Luc Van den Bossche, die moeilijk een voorbeeld kan genoemd worden voor de beweging. Tobback nuanceert wel dat er in alle organisaties dergelijke voorbeelden zijn, die echter veelal de uitzondering zijn dan de regel.

Op de opmerking dat ziektezorg 'commerce' is geworden waar hospitalisatieverzekeringen onontbeerlijk zijn en dat privéziekenhuizen te hoge honoraria aanrekenen, antwoordde Tobback dat we gelukkig veraf zijn van Amerikaanse toestanden. Er zijn nog steeds strijdbare mutualiteiten die het systeem in evenwicht houden. Uiteraard heeft gezondheidszorg een prijs. De tijd dat nonnen zieken verzorgden om hun hemel te verdienen (dat geloofden zij toch) is ver voorbij; er zijn een groot aantal gediplomeerde verpleegkundigen en artsen actief en dat heeft een prijs. Volgens Tobback wordt echter de grens van de betaalbaarheid bereikt. Hoe ouder de mensen worden, hoe duurder hun gezondheidszorgen worden voor zij die bijdragen.

Een kameraad gaf aan dat het moeilijk is om mensen te overtuigen zich aan te sluiten bij een politieke partij of bij een vakbond. Tobback gaf aan dat depolitisering de oorzaak zou kunnen zijn voor de daling van de ledenaantallen. Wat de vakbond betreft kunnen we die kameraad geruststellen: onze ledenaantallen gaan al jaren onveranderd in stijgende lijn en er zijn absoluut geen indicaties dat dit zou veranderen.

Jan Van Wesemael