De invoering van plaats- en tijdsonafhankelijk werken (PTOW) is volop bezig, tot tevredenheid van vele werknemers. De ACOD stelt echter vast dat er op dit gebied al te grote verschillen zijn tussen de entiteiten.

In de omzendbrief rond plaats- en tijdsonafhankelijk werken (PTOW) staat: “De lijnmanager bepaalt op basis van de behoeften de middelen (bijvoorbeeld laptop, tablet, internetverbinding, gsm, smartphone, ….) die het personeelslid ter beschikking krijgt om hem maximaal te ondersteunen zijn taken efficiënt en kwaliteitsvol uit te oefenen tijdens het plaats- en tijdsonafhankelijk werken.”
De ACOD stelt hier grote ongelijkheden vast onder de entiteiten. Het gaat niet alleen over het inschattingsvermogen van de lijnmanager van wat hij ter beschikking stelt, maar ook over de middelen die hij ter beschikking wil of kan stellen aan het personeel voor PTOW. Zo krijgen sommigen tot 40 euro internetvergoeding en anderen die soortgelijke taken uitvoeren bij een andere entiteit amper 20 euro of zelfs helemaal niets.
Tevens stellen we vast dat er niet overal even enthousiast wordt overgegaan op PTOW door de leidinggevenden, omdat men nog over voldoende ruimte beschikt in het huidige gebouw en men wacht tot de verhuizing naar het nieuwe kleinere VAC, waar er per persoon nog slechts 60 procent van de nodige ruimte wordt uitgetrokken, waardoor elke dag 40 procent verplicht is om thuis te werken.
De ACOD vraagt dat er meer gelijkheid komt, meteen ook de reden waarom we dit thema wensen te agenderen op de volgende vergadering van het sectorcomité 18 en/of het hoog overlegcomité. De overheid meent evenwel dat dit beter kan worden onderhandeld voor cao 2015-2016, een cao die niets mag kosten. Dat zou kunnen als men de besparing op het gebouw incalculeert – een besparing die al volledig op kosten van personeelsbesparing en ook hun gebouwen wordt gerecupereerd.

Jan Van Wesemael