“We moeten opletten voor een sociale zekerheid met twee snelheden”

 


In plaats van te besparen in de sociale zekerheid, zouden we beter investeren. Dat is de mening van Raf De Weerdt, federaal secretaris van het ABVV. “Onze sociale zekerheid is een robuust systeem en moet dat blijven. Iedereen komt er op een gegeven moment wel mee in aanraking. Investeren in sociale zekerheid is investeren in levenskwaliteit.”


Vakbonden krijgen wel eens het verwijt te behoudsgezind te zijn, conservatief zelfs. Ze zouden zich vastklampen aan verworven rechten. Daar is Raf De Weerdt het niet mee eens. “Op een moment dat ons systeem onder druk staat, is het logisch dat wij onze sociale rechten verdedigen. Dat is de realiteit van de afgelopen jaren. Wat goed is, moeten we behouden, maar tegelijkertijd ook offensieve eisen stellen. Wij willen een modern systeem, met degelijke financiering, aangepast aan de 21ste eeuw.”


Directe invloed


“Het regeringsbeleid was er de afgelopen jaren op gericht cadeaus te geven aan werkgevers. De ongedekte taxshift, met een verlaging van de patronale sociale-zekerheidsbijdragen, is daar het belangrijkste voorbeeld van. Een cadeau van enkele miljarden zorgt natuurlijk elders op de balans voor een tekort. Onder het mom van noodzakelijke besparingen zijn ze dan in de uitgaven gaan snoeien. In de gezondheidszorg, bijvoorbeeld, betalen we meer voor een doktersbezoek. Geneesmiddelen worden duurder. Deze maatregelen hebben een directe impact op het dagelijks leven van ieder individu. Hier of daar een paar miljoen wegsnijden… De mensen vóelen dat.”

Tijdens de verkiezingscampagne werden de pensioenen weer een belangrijk thema. De lichtzinnigheid waarmee rechtse partijen hiermee omspringen, vindt De Weerdt frappant. “De regering zegt dat we allemaal langer aan de slag moeten blijven. Dat is allemaal aardig, maar tegelijk doet ze er alles aan om langer werken onmogelijk te maken. Landingsbanen, de mogelijkheid voor oudere werknemers om het wat rustiger aan te doen, worden afgebouwd en van een regeling voor zware beroepen kwam niets in huis. Ik wil het hen wel eens zien doen, een hele loopbaan lang handenarbeid verrichten in de fabriek. Of als verpleger. Of in de bouw. Op een gegeven moment kúnnen de mensen gewoon niet meer, dan is het op.”


Pensioenen, uitkeringen en onbetaald werk


Het idee van een minimumpensioen van 1500 euro netto voor iedereen komt uit de koker van het ABVV. Vandaag zien we dat verschillende partijen dat overnemen. “Naast een hoger minimumpensioen willen wij dat alle sociale uitkeringen opgetrokken worden tot minstens tien procent boven de Europese armoedegrens. Dat is een duidelijke eis om de sociale zekerheid te verbeteren, en niet enkel te behouden wat we vandaag hebben. Het is overigens een heel redelijke eis. Iedereen kan wel eens pech hebben. Een moderne sociale zekerheid garandeert dat je dan niet tot de bedelstaf wordt veroordeeld.”

“We ijveren ook voor een individualisering van sociale rechten. Dat wil zeggen dat je pensioenopbouw, bijvoorbeeld, niet afhankelijk is van je gezinssituatie. In combinatie met een opwaardering van onbetaald huishoudelijk werk, zou dit een grote sprong voorwaarts zijn voor de sociale rechten van vooral vrouwen.”

“De sociale zekerheid is er niet enkel om armoede te voorkomen, maar moet ook onze levensstandaard verzekeren. Daarom moet bijvoorbeeld het pensioen op 75 procent van het verdiende loon berekend worden in plaats van 60 procent nu.”

“Voor de betaalbaarheid, een legitieme zorg, moeten we kijken naar de financieringsbasis. Vandaag is het vooral via de arbeid van de werknemers dat hiertoe wordt bijgedragen. Wij willen die basis verbreed zien, naar andere vormen van inkomen, zoals die uit kapitaal. Zo stellen we dit systeem veilig voor de komende generaties.”


Solidariteit


De Weerdt waarschuwt voor een duaal sociale-zekerheidssysteem, waarin steeds meer mensen door de mazen van het sociaal vangnet vallen. “We willen niet evolueren naar een systeem waar een grote groep mensen slechts een zeer beperkte bescherming geniet en slechts een beroep kan doen op een basiszorg. Degenen die het zich kunnen veroorloven, nemen een bijkomende verzekering en genieten van de ruimere zorg.”

“Onze sociale zekerheid is heus geen overdreven riant systeem. Het grootste deel van de middelen gaat naar de ziekteverzekering, toch wel de basis van een beschaafde samenleving. Een ander belangrijk deel gaat naar de pensioenen, die in ons land eigenlijk zelfs te laag zijn. En een laatste deel gaat naar andere uitgaven, zoals werkloosheid, arbeidsongevallen of het jaarlijks vakantiegeld voor arbeiders.”

“Onze sociale zekerheid is een toonbeeld van solidariteit tussen de werknemers die het samen beheren met de werkgevers. Het is bovendien een robuust systeem dat investeringen verdient.”


Bron: De Nieuwe Werker


Dit artikel verscheen in Tribune 75.07